Piet Tuytel

Artikelen


"Resonance", Beeckestijn 2018

Beelden die op elkaar zijn afgestemd

Vijf beeldhouwers resoneren

 

‘Resonance’ is een tentoonstelling met sculpturen van vijf kunstenaars van wie het werk in elkaar weerklank vindt in de ogen van Rob de Vries die deze tentoonstelling samen met Bianca Vooges heeft gemaakt. Ze resoneren. Je zou kunnen zeggen dat ieder beeld voor de anderen sculpturen dienstdoet als een stemvork. Ze zijn op elkaar afgestemd.

 

 

Tegenover de bokser Armando staat de judoka Piet Tuytel. Bij hem draait alles om evenwicht. In ieder beeld zoekt hij naar de balans om op de been te blijven. Zijn sculpturen zijn de steunberen van zijn bestaan. Ze zijn van staal en onwrikbaar in een positie die geaard is. Je krijgt ze niet van hun plaats al wekken ze altijd de indruk dat ze bovenop je kunnen vallen. Je moet ze met omzichtigheid benaderen. Als je er direct op af gaat, wordt je met een buitenwaartse maai onderuitgehaald. Piet Tuytel neemt als hij zijn aan zijn beelden werkt loodzware elementen in een omklemming en tilt ze vanuit zijn benen op om ze te verplaatsen en in verhouding met elkaar te brengen. Zijn knieën zijn niets meer waard, maar nog altijd beheerst hij in zijn hoofd de gevechtssport die het maken van beelden is. Zijn sculpturen zijn schragen, wiggen en plinten. Het zijn stutten en ze vormen contrasten in harde kleuren. Vanuit de H en T-balk heeft hij een alfabet aan beelden gemaakt. Het is een stalen schrift, een spijkerschrift van deze tijd. Hij klinkt iets aan elkaar: gewicht en gewichtloosheid, massa en leegte, materie en ruimte, lichaam en ziel. Zijn werk is zo concreet als poëzie dat ook kan zijn. De beelden schorten het denken op en schuiven betekenissen in elkaar. Ze vormen een eenheid in tegendelen. Bij hem is het totaal echter nooit meer dan de som der delen: ze passen precies in elkaar en als je er het minst op rekent, schoppen ze je onderuit. Het zijn beelden als beenvegen. Na al het gesjor en getrek leggen ze je elegant op de rug: ippon. De sculpturen van Piet Tuytel maken, zoals deze hele tentoonstelling, een punt.

 

‘Resonance’ is te zien van 8 juli tot en met 30 september 2018 in de hal en de stijlkamers van Buitenplaats Beeckestijn in Velsen-Zuid.

Werken van Piet Tuytel, Armando, Jos Kruit, Sjoerd Buisman, Ewerd Hilgeman

www.galerierobdevries.nl

https://buitenplaatsbeeckestijn.nl/

 

Alex de Vries

8 juli 2018

 

 





Garden  of  order


 posted on June 28, 2015  by Rob de Vries

 

Nog niet zolang geleden teruggekeerd uit Venetië. Het was de eerste keer dat ik deze stad en zijn Biënnale bezocht. Ik logeerde op het Lido en had zo de gelegenheid om elke dag via het water de stad te naderen. Het kenmerkende stadsbeeld met het Dogepaleis en de klokkentoren bij de  basiliek van San Marco doemt dan langzaam op, waardoor je steeds weer het spannende gevoel krijgt iets nieuws te gaan beleven. Nieuwsgierig zijn naar wat komen gaat, blijft een onmisbaar onderdeel van het leven.

 

We verbleven daar met z’n vieren. Eén van ons had de rol van leidsman op zich genomen en leidde ons op voortreffelijke wijze door de stad met zijn vele facetten. Naast de drukte van het San Marcoplein de stilte van de Joodse wijk, naast de weidsheid van de Biënnale de geconcentreerdheid van de Guggenheimcollectie, naast de overweldigende aanblik op de stad vanaf het Canal Grande het stille water rondom  de eilanden Burano en Torcello, naast de uitbundige Popartkunst in het Palazzo Grassi de ingetogen Oosterse sfeer in het Palazzo Bembo, naast een snelle pizzapunt onderweg ’s avonds een rustig etentje in restaurant Africa, naast het weldadige Rietveldpaviljoen het dichtgespijkerde Grand Hôtel des Baines waar Death in Venice is opgenomen en Mulisch regelmatig zijn intrek nam.

 

Wat voor werk zou Piet Tuytel gemaakt hebben als hij in Venetië was geboren en niet in Alblasserdam? Zou hij naar Giambattista Tiepolo hebben gekeken in de Gallerie dell’Accademia en besloten hebben geen hemelfietser te worden?

 

Venetië heeft een geschiedenis die teruggaat tot de tijd van het Romeinse Rijk en pas een grotere nederzetting werd door de toestroom van vluchtelingen in de 9e eeuw. Alblasserdam ontstond in de 13e eeuw door het afdammen van de rivier de Alblas. Venetië ligt in een lagune met alle bedreigingen van wassend water, waartegen men de nieuwste methoden inzet om de stad niet aan het water te verliezen. Alblasserdam ligt in de Alblasserwaard, een veenweidegebied beneden de zeespiegel waar men inmiddels de bescherming heeft gevonden van ringdijken,sloten en vaarten, molens en afwateringsboezems.

 

Ik heb de gelegenheid het werk van Tuytel weer eens op mijn gemak bij galerie Rob de Vries te aanschouwen. Ik vind het oorspronkelijk, ruimtelijk, helder van kleur, recht door zee, standvastig,  steeds weer vernieuwend, aards en vooral blijvend. Ik weet niet of hij hetzelfde werk had gemaakt, als hij in Venetië was geboren. In het werk van Tuytel ervaar ik minder de stijl en de sfeer van deze stad; zijn werk weerspiegelt zich eerder in het Nederlandse paviljoen van Rietveld in het Giardini. Hoewel….

 

Stel, even het werk van herman de vries aan de kant en dan de Tuytels op de vloer en aan de wand. Of nog beter, zijn werk samenvoegen met twee of drie Tiepolo’s . Wat zou dat een fantastische presentatie zijn: een Garden of order ingebed in de Garden of disorder in All the worlds futures van Okwui Enwezor. Hemel en aarde tesaam.

 

door Pim Burger

Posted in Spotlight

 

http://www.galerierobdevries.nl

 

 

 

Het  innerlijk  oog

Posted on April 4, 2014 by Rob de Vries

 

Je gaat anders naar kunst kijken, als je ook daadwerkelijk potlood en kwast ter hand neemt. Niet om kunstenaar te worden – dat laat ik graag aan vaklui over – , maar om te ervaren dat er meer is dan je op het eerste oog ziet. Daarom nam ik enige tijd geleden teken- en schilderlessen bij Piet Tuytel.

 

Een bijzondere ervaring om in Tuytels atelier aan een stilleven van een drietal potjes te beginnen en door zijn aandachtige aanwezigheid te leren wat het betekent om geconcentreerd en langzaam te kijken. Zijn aanwijzingen zijn miniem, maar doeltreffend. Het gaat hem er niet om of het een natuurgetrouw plaatje wordt, maar om het gewaarworden van ruimte.

 

Heel langzaam laat hij zo het innerlijk oog kantelen van de ruimtelijkheid in het object naar de ruimte die het object in zijn omgeving inneemt. Tot slot vraagt hij je specifiek naar de ruimte tussen de potjes te kijken en die te tekenen: vormgeven door de ruimte te tekenen.

 

Als hij je dan ook werk laat zien van Morandi en Beckmann, dan begrijp je wat kleur, lijn en vorm met ruimte doen en raak je enigszins aan wat Tuytel bezielt.

 

Hoe fascinerend is het om dan bij Rob de Vries nieuw werk van de kunstenaar te zien, waarbij de ruimte als kunstwerk mee ademt. Het is soms alsof je in het werk van Tuytel rondloopt.

 

Ik hoorde laatst de uitspraak dat grote voetballers het voetballen opnieuw uitvinden. Ik denk dat dat bij grote beeldhouwers net zo werkt.

 

door Pim Burger

Posted in Spotlight

 

 

 

http://www.galerierobdevries.nl


 

 

 

 

 

 

 

 

 Piet Tuytel


ONTREGELAAR

"In mijn werk is vrijwel alles gerelateerd aan de menselijke maat. "
 Door de formele en industriële uitstraling van het werk van Piet Tuytel is het me niet direct opgevallen, maar nu hij het zegt, inderdaad: ondanks de fysieke absentie is de mens overal voelbaar in zijn werk. Tuytel gebruikt industriële gebruiksvoorwerpen als drager voor zijn beelden. Vaak is de maatvoering één op één ten opzichte van de menselijke gestalte: een deurkozijn, een stoel of een raam. Soms is de maat 'op schaal' gerelateerd aan onze eigen verhoudingen, zoals in de fotolijstjes die doorgaans onze verkleinde nagebootste tronie begrenzen. Een door de kunstenaar zelf gemaakt stoelenframe is daarentegen weer te groot, waardoor de toeschouwer zich klein waant. Nog nietiger voelen wij ons in zijn object "Dijkcoupure", dat Tuytel ooit in het Groningse landschap realiseerde. In vergelijking hiermee voelen de meest recente 'sculpturen' welhaast geriefelijk aan: ze bestaan uit bewerkte radiatoren voor de centrale verwarming. Hoewel, geriefelijk is geen woord dat Tuytel zelf zou gebruiken, laat staan nastreven.

In zijn overzichtscatalogus "∑ │ Ruimte │Piet Tuytel, objecten 1980-2005" is het eerste dat opvalt aan het werk van Tuytel dat hij werkt met niet-traditionele dragers en materialen. In plaats van een klassiek beeldhouwersmateriaal als steen, brons of klei of een schildersdoek om zijn verf op aan te brengen, is het uitgangspunt én de drager vrijwel altijd de werkelijkheid zelf. De wijze waarop hij de wereld tegemoet treedt, roept associaties op met bekende voorlopers. Eind jaren tachtig ontstaan werken samengesteld uit objets trouvés, als stoelen, wastafels en ladders. Een vage herinnering aan Duchamp doemt op. Halverwege de jaren negentig doet een groot zwart vlak z'n intrede in het werk van Tuytel. Het betreft de achterkant van een uitvergrote polaroid en weer is de werkelijkheid uitgangspunt, maar evenzeer verschijnt het zwarte vierkant van Malewich in onze gedachten. Begin jaren tweeduizend ontstaan de werken met gekleurde HEA-balken. Hier zou je kunnen denken aan een verwijzing naar Donald Judd. Maar al deze  associaties zijn misleidend. Ze gaan voorbij aan die allesbepalende constatering dat de werkelijkheid zelf Tuytels drager is. Bij Tuytel is er geen teleurstelling in de schilderkunst, zoals bij Duchamp en er is ook geen teleurstelling in de burgerlijke maatschappij, zoals bij Judd. Er is geen politieke stellingname, geen revolutionaire of iconoclastische drang. Hij bouwt geen nieuwe wereld op afgebrande puinhopen, zoals de modernisten wilden. Dat wil zeggen, hij bouwt wel een nieuwe wereld, maar doet dit op de bestaande wereld die hij niet zozeer afwijst als wel aanvaardt en opnieuw duidt. Tuytel laat ons de wereld zien vanuit een ander perspectief. Hij toont ons zelfs letterlijk de andere kant. Zoals het zwarte vlak de achterkant van een polaroid is, zo kun je ook de werken met cijfers zien die Tuytel in de jaren negentig maakte en waarbij die getallen vaak in spiegelbeeld werden afgebeeld. Dat is nu eenmaal hoe een cijfer er uitziet als je het van de andere kant bekijkt.

De cijfers en zwarte vlakken zijn direct op concrete objecten uit onze tastbare leefomgeving aangebracht; op een kozijn, een raam of een deur. De keuze van deze drager heeft niet enkel te maken met de menselijke maat. Via een deur of een raam kom je van de ene ruimte in de andere; van de ene wereld in de andere. En deze verwisseling van positie is iets dat voor de werken van Tuytel kenmerkend is. Zelfs in de stapelingen met gebruiksvoorwerpen als stoelen en wastafels, die hij begin jaren negentig maakte, lijkt hij veel meer te beogen dan enkel de gebruiksfunctie ter discussie te stellen. Hij laat ons niet alleen de andere kant zien, hoewel de onderkant van een wastafel een prachtig stuk abstract keramiek blijkt te zijn. Hij 'bouwt' ook letterlijk een ander perspectief. Sommige stoelenframes blijken helemaal geen stoelenframes. Ze zijn eenvoudigweg veel te groot of bestaan uit losse onderdelen. Tuytel heeft ze zelf gemaakt. Ontdaan van hun zittingen en op grotere schaal uitgevoerd toont hij zich de beeldhouwer die hij in wezen is. Hij wijst ons op de concrete, formele ruimtelijke constructie van zo'n buizenframe en tegelijkertijd biedt hij een ander, verwarrend perspectief: in dit geval een kikkerperspectief.

Het perspectief, een term die je eerder met schilderkunst dan met beeldhouwkunst associeert, speelt ook in de recente radiatorwerken een belangrijke rol. Rode verf wordt gespoten, niet geschilderd, op de achterzijde(!) van metalen profielplaten. Het profiel is nog slechts zichtbaar als een rimpeling in een  glad oppervlak. De platen zijn als een geometrisch vlak op de radiatoren aangebracht. Ze doen denken aan een minimalistische compositie. Maar evenzeer doen de schuine zijden denken aan de verbeelding van een perspectivische ruimte; als een suggestie voor een tweede ruimte boven op de reeds bestaande werkelijkheid. Soms gebruikt Tuytel de achterzijde van de radiator. Daar blijkt al een extra laag aanwezig te zijn. Er is om warmtetechnische redenen reeds een metalen raster aangebracht. In plaats van een derde laag aan te brengen, gaat Tuytel het regelmatige patroon te lijf met een freesmachine. Hij freest een ander patroon, haaks op het bestaande raster. Tuytels ingreep lijkt met een ritmische regelmaat te zijn aangebracht, maar niet alle lijnen zijn even lang en het vlak is ook niet helemaal opgevuld. Tuytel ontregelt. Tegelijk treedt het licht binnen. Hij gunt ons een  blik op de binnenkant, zoals hij ons eerder dirigeerde tot in de "Dijkcoupure" in de
Noord Groningse Reiderwolderpolder.

Als je het werk van Tuytel in de loop der jaren bekijkt dan valt op dat het telkens dezelfde fenomenen zijn die hem blijken te boeien, zelfs als het lijkt dat hij een nieuwe kant op is gegaan. Voor hem is de wereld er niet om af te wijzen en omver te werpen, zoals zoveel modernistische formele kunstenaars vóór hem deden, maar om te doorgronden, binnenstebuiten te keren of om te draaien. Hij gebruikt de rationele en analytische middelen uit de formele kunst om zich te verhouden met de alledaagse werkelijkheid. Hij laat ons daarmee zien dat de fysieke wereld een onbegrensde ruimte is en onbegrensde mogelijkheden biedt.
Tegelijkertijd  bakent hij die wereld af. Hij beperkt zichzelf tot een onderwerp om de mogelijkheden stap voor stap uit te diepen, vaak jaren achtereen. Het grote mysterie voor mij is: Hoe komt hij tot die beperking? Hoe 'vindt' Tuytel zijn radiator? Als je hem ernaar vraagt blijkt het precies om 'dat' type te gaan en lijkt hij er jaren naar te hebben gezocht. Maar waarom dan precies dat type? Soms kun je de argumenten verzinnen, zoals in het geval van de kozijnen en ramen die naast de maatvoering ook als metafoor een betekenis lijken te hebben. Maar vaak is het helemaal niet zo helder. Waarom zijn het vrijwel altijd industriële gebruiksvoorwerpen? En waarom kiest hij juist dat ene radiatorelement en waarom diept hij in een eerdere periode de HEA-balk uit? Hoe rationeel zijn die keuzes eigenlijk? Misschien is dat wel waarom het werk van Tuytel boeiend blijft: van welke kant je het ook bekijkt, je krijgt telkens nieuwe inzichten. Het lijkt glashelder, maar doorgronden doe je het nooit.

Jan Maarten Voskuil
"Piet Tuytel, Objecten 2006-2009" (2009),pp. 7 t/m 11


EEN STOET VAN BEELDEN - Kröller Müller Museum  2009-2010
tien nederlandse beeldhouwers
Zonder strategische overwegingen zijn deze beelden en objecten gekozen, en zó neergezet dat ze goed zichtbaar worden. Door bepaalde afwisselingen en passages, en een zekere volgorde te handhaven, hopen wij dat zij
hun unieke vorm het best, en met de grootst mogelijke individuele nadruk, kunnen to- nen. Onderling zijn de beelden zeer verschil- lend - ook als die van dezelfde kunstenaar zijn. Daarom gaat het: een kunstenaar maakt iets en dan, nog eens, maakt hij/zij weer iets, maar dan net even anders. Zo worden, letter- lijk, grenzen en contouren onderzocht.
Er zijn spelletjes, voor kinderen, waarbij je de verborgen verschillen tussen twee plaatjes moet zien te vinden. Op die manier hopen wij dat u ook kijkt naar deze beelden en naar hoe ze eruit zien: vorm, maat, materi- aal, kleur - dat soort eigenschappen. Bij het spelletje heb je op een gegeven moment de vijf verschillen gevonden en dan weet je dat je klaar bent. Hier is er geen meetbaar einde. U zult moeten blijven kijken. Dat is wat de beelden (alle kunst) van u vragen. Om te helpen zijn ze zo neergezet dat u er niet om- heen kunt.
Rudi Fuchs

De sculpturen van Piet Tuytel die ontstaan in de jaren ’90 ken- merken zich door het basale gebruik van constructiestaal, soms in combinatie met een stalen vloer- of zijplaat. Er ontstaan al- lerlei configuraties met varianten in hoogte of breedte, verticale of horizontale richtingen, in kleur beschilderd of onbewerkt staal. Zoals in de klassieke beeldhouwkunst is elke hoek van waaruit de sculptuur wordt bekeken essentieel en verrassend. De meestal harde primaire of secundaire kleuren accentueren een richting, maar kunnen tegelijkertijd de ruimtelijkheid afbreken.
Maarten Bertheux - EEN STOET VAN BEELDEN

Wieteke van Zeil
"Is het schitterend?" De Volkskrant, kunst&boeken-rubriek: wie koopt dat nou    22-05-2009


 Ed Wingen [ed.]
‘Elementaire beelden van Piet Tuytel’, Kunstbeeld 24 (2000), 7 / 8, p. 7

Lisette Pelsers
‘Kroniek Oost Noord’ ‘East-North Chronicle’, Kunst &Museumjournaal , 6 (1995) 3 / 4, pp. 12-15

Rob Perrée
Piet Tuytel:beelden Sculptures , Apeldoorn: Van Reekum Museum 1992

Rob Perrée
‘Chaos geordend of orde verstoord. Vier tentoonstellingen met werk van Piet Tuytel’ ‘Ordered Chaos
or Order Disrupted: Four Exhibitions by Piet Tuytel’, Kunstbeeld , 19 (1995) 9, pp. 23-25

Hans Vogels
‘Ateliers ’63 1980-1982: Piet Tuytel’, Metropolis M , 6 (1985) 4, p. 33



Jan Zumbrink
‘Glaspanelen en tafelsculpturen bij Rob de Vries. Tuytel zet tekeningen op tafel’ Glass panels and
table sculptures at the Rob de Vries Gallery, with Piet Tuytel arranging drawings on a table, Haarlems
Dagblad , 3-5-1994

Robert Melders
‘Beeldhouwer Piet Tuytel minimalist’ ‘Sculptor Piet Tuytel: Minimalist’, De Standaard , 18-11-1984, p. 7